Bijbel als bron

De Bijbel als bron voor de evangelisatie

 

 

Natuurlijk is de Bijbel hét bronboek voor de evangelisatie. Want de Bijbel is Gods Woord voor de mensheid. Daarin wordt geopenbaard wie God is, wat God voor ons gedaan heeft, en waar het menselijke leven naartoe leidt. Hierna wijzen we enkele kernteksten aan, die bijzonder bepalend zijn voor ons verstaan van de missieopdracht van de Kerk.

 

 

 

 

God de Schepper

In Genesis (1,1-2,4) lezen we het scheppingsverhaal. Alles komt van God, de Schepper van hemel en aarde en de bron van alle leven. De mens is naar zijn gelijkenis geschapen. Aan God hebben we alles te danken.

 

 

De zondeval

Het verhaal van de zondeval (Genesis 3,1-24) verwijst naar de vervreemding die alle niveaus van het mensenbestaan kwelt. Mensen, hoe graag ze dat willen, leven niet in vrede met zichzelf, hun naasten, de aarde en God. De mens is vrij, maar misbruikt zijn vrijheid. De mens wil zelf de plaats van God innemen. Hij zondigt.

 

 

Het verbond met Noach en met Abraham

God schiet de mensheid steeds weer te hulp. Hij straft de kwaden maar sluit ook een verbond met zijn trouwe dienaars, eerst met Noach (Genesis 6,1-9,28) en later met Abraham (Genesis 15,1-17,27). Hierdoor laat Hij zijn liefde en betrokkenheid zien en gelden. Hoe ontrouw de mens ook weer is, God blijft trouw.

 

 

De exodus

De God van de Bijbel is een rechtvaardige God die opkomt voor zijn kinderen. In Exodus lezen we hoe Hij zijn volk bevrijdt uit Egypte en de weg wijst naar het beloofde land. Hij geeft ze brood uit de hemel (manna) en de tien geboden, als richtlijnen voor hun leven.

 

 

Koning David

Het koningschap van David (1 Samuël 16-1 Koningen 2; I Kronieken 10-29) leeft als een hoogtepunt in de geschiedenis van Israël, een tijd van saamhorigheid en onafhankelijkheid onder een sterke, gelovige leider. De persoon David werd een soort prototype van de “Messias”, de “Gezalfde” van God die later zou komen (uit het huis van David) om het koninkrijk te herstellen.

 

 

De profetische traditie

De profeten maakten Gods wil voor de mensheid bekend. De boeken van de profeten maken duidelijk dat Gods volk niet alleen een politieke rechtvaardigheid mag verwachten, maar een verlossing die veel omvattender is. In Ezechiël (36,26-28) staat geschreven dat God ons een nieuw hart en een nieuwe geest zal geven. De Messias wordt voorgesteld in de profetische traditie als koning, maar ook als priester en profeet; als overheerser, maar ook als iemand die lijdt namens zijn volk (Jesaja 53,3-5).

 

 

De vier evangeliën

Het Nieuwe Testament openbaart het nieuwe verbond dat God gesloten heeft met de mensheid. Door zijn leven, dood en verrijzenis brengt Jezus (zijn naam betekent “God redt”) de Verlossing waarnaar zo lang verlangd werd. Omdat de mens niet in staat was om onder eigen kracht God toe te naderen, heeft God zijn eigen Zoon gezonden om in ons leven te delen en ons te weg te wijzen naar het eeuwig leven met God. Johannes 3,16 vat het goed samen:

“Zoveel immers heeft God van de wereld gehouden, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft geschonken, zodat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven bezit.”
Met de komst van Christus is Gods koninkrijk aangebroken.

 

Het woord “Evangelie” betekent goed nieuws. In de vier evangeliën (Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes) vinden we de voornaamste bronnen over Jezus en de redding die Hij brengt.

 

 

Handelingen van de Apostelen

Handelingen vertelt het verhaal van de uitstorting van de heilige Geest aan de Apostelen. In de naam van Jezus en in de kracht van zijn Geest, verkondigt de Kerk Gods heil aan de wereld. We zien hoe de eerste christenen met elkaar omgaan en moedig de boodschap van Gods heil aan de wereld brengen.

 

 

De brieven van Paulus

De heilige Paulus verkondigde het evangelie aan zowel jood als heiden. Door zijn missiereizen heeft hij voorbeeldig gehoor gegeven aan Jezus’ opdracht om geloofsgetuige te zijn

“tot het uiteinde der aarde”
(Handelingen 1,8). Paulus:
“Voor dit evangelie schaam ik mij niet. Het is een goddelijke kracht tot heil van ieder die erin gelooft”
(Romeinen 1,16). De brieven van Paulus tonen ook aan hoe het geloof bevorderd werd in de eerste geloofsgemeenschappen.

 

 

De Apocalyps

Het allerlaatste boek van de Bijbel, de Apocalyps of Openbaring van Johannes is een moeilijk boek, bedoeld voor ingewijden en vol symbolische taal. Geschreven in een tijd van vervolging, het is bedoeld als troost en bemoediging voor christenen die trouw blijven aan hun geloof. Hierin worden we eraan herinnerd: Christus is “de Alfa en de Omega, de Oorsprong en het Einde” (21,6). Ons leven en heel de geschiedenis vinden hun voltooiing in Hem. “Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want het oude is voorbij” (21,4).