Toespraak van kardinaal José Bergoglio net voor het conclaaf (maart 2013)
De Cubaanse kardinaal Jaime Ortega heeft het manuscript openbaar gemaakt waarin kardinaal Jorge Mario Bergoglio zelf de toespraak samenvatte die hij begin maart, kort voor het conclaaf, voor het college van kardinalen hield.
“Ik verwijs naar de evangelisatie. Zij is de bestaansreden van de Kerk. Het is de ‘zoete, troostende vreugde het Evangelie teverkondigen’ (Paulus VI). Het is Jezus Christus zelf, die ons van binnenuit daartoe aanzet.
1. Evangelisatie veronderstelt apostolische ijver. Ze veronderstelt in de Kerk onverschrokken vrijheid van spreken, zodat zij uit zichzelf treedt. Ze is geroepen uit zichzelf te treden en naar de randen te gaan. Niet alleen naar de geografische randen, maar naar de grenzen van het menselijk bestaan: die van het mysterie van de zonde, van de pijn, van de onrechtvaardigheid, van de onwetendheid, van de ontbrekende religieuze praxis, van het denken, van iedere nood.
2. Als de Kerk niet uit zichzelf treedt om het Evangelie te verkondigen, draait zij om zichzelf. Dan wordt zij ziek (vgl. de gekromde vrouw in het Evangelie). De kwaden die zich in de loop van de tijd in de kerkelijke instituties ontwikkelen, hebben hun wortel in dit op zichzelf gericht zijn. Het is een geest van theologisch narcisme.
In het boek Openbaring (3,16) zegt Jezus dat hij aan de deur staat en klopt. In de Bijbeltekst gaat het er klaarblijkelijk om dat Hij van buiten aanklopt, om binnen te komen … Maar ik denk aan de keren dat Jezus van binnenuit klopt, opdat wij Hem naar buiten laten komen. De egocentrische Kerk claimt Jezus voor zichzelf, binnen, en laat Hem niet naar buiten treden.
3. De om zichzelf draaiende Kerk geloof – zonder dat het haar bewust is – dat zij zelf licht heeft. Ze houdt op, ‘mysterie van het Licht’ te zijn, en dan geeft zij ruimte aan dat verschrikkelijke kwaad van de ‘geestelijke mondainiteit’ (naar de woorden van De Lubac het ergste kwaad dat de Kerk kan overkomen). Deze (Kerk) leeft opdat de een de ander bewierookt.
Eenvoudiger gezegd: er zijn twee beelden van de Kerk: de verkondigende Kerk, die uit zichzelf treedt, die het ‘Woord van God eerbiedig verneemt en trouw verkondigt’, en de mondaine Kerk, die in zichzelf, van zichzelf en voor zichzelf leeft.
Dit moet een licht werpen op de mogelijke veranderingen en hervormingen die noodzakelijk zijn voor de redding van de zielen.
4. Gedachten met betrekking tot de volgende paus: hij moet een man zijn die – uitgaand van de beschouwing en aanbidding van Jezus Christus – de Kerk helpt uit zichzelf te treden en zich naar de randen van het menselijk bestaan te wagen. Hij moet de Kerk helpen de vruchtbare moeder te worden die leeft uit de ‘zoete en troostende vreugde van de verkondiging van het Evangelie’.”